Voorbeeld van succesvolle samenwerking doorstroomregio en arbeidsmarktregio
Dit artikel werd eerder op donderdag 6 februari gepubliceerd in de nieuwsbrief Wetsvoorstel van school naar duurzaam werk #2 van de Rijksoverheid.
Om jongeren beter te begeleiden bij de overgang van school naar werk en het behoud ervan, is het nieuwe wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam werk’ ontwikkeld. Met dit wetsvoorstel gaan arbeidsmarktregio’s, doorstroomregio’s en scholen de samenwerking aan om jongeren zo goed mogelijk te begeleiden. In de regio Noordoost Brabant gebeurt dit al langer.
Jacomijn Pruijmboom en Irene Rouwenhorst zijn beiden programmamanagers van de arbeidsmarktsamenwerking in Noordoost Brabant, één van de arbeidsmarktregio’s die al veel langer samenwerkt met de Doorstroompunten en de scholen.
Samenwerken over beleidsterreinen heen
Volgens Pruijmboom zijn de kansen op volwaardig meedoen in de maatschappij nog te veel ongelijk verdeeld. “Dit zorgt ervoor dat arbeidspotentieel onbenut blijft, bovendien vallen jongeren op maatschappelijk vlak uit en dat heeft hele grote gevolgen.”
Zij legt uit dat samenwerking daarom van groot belang is. “Er zijn meerdere maatschappelijke opgaven, zoals de mentale gezondheid van jongeren, een inclusieve samenleving en de arbeidsmarktkrapte. We hebben alle talenten in de regio nodig. Het wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam werk’ versterkt deze samenwerking, het is essentieel om over verschillende beleidsterreinen heen verbinding te zoeken, want voor jongeren speelt op elk terrein iets.”
Hoe heeft Noordoost Brabant die samenwerking georganiseerd?
Rouwenhorst legt uit dat zij als collectief de maatschappelijke opdrachten van het Rijk uitvoeren. “We werken samen om voortijdig schoolverlaten (vsv) te voorkomen, jongeren in een kwetsbare positie te ondersteunen, zoals jongeren uit het vso- en pro-onderwijs op weg naar duurzaam werk of een vervolgopleiding om jeugdwerkloosheid tegen te gaan. We gebruiken hiervoor ontschot budget dat bestaat uit VSV-middelen, middelen jeugdwerkloosheid, ESF, Regiodeal en provinciale middelen.”
Pruijmboom vult aan: “We gebruiken deze middelen voor het financieren van initiatieven van onze partners die bijdragen aan de gezamenlijke doelen voor jongeren en voor het programmateam jongerenaanpak. Want wil je meters maken, dan moet je ook loopvermogen hebben.”
De betrokken partijen zijn de werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties, overheden en onderwijsinstellingen in de regio. Met deze partners heeft Noordoost Brabant de volgende uitgangspunten voor samenwerking afgesproken:
- Een programmateam van 8 mensen coördineert het arbeidsmarktprogramma, ondersteunt de partners en faciliteert de samenwerking in de praktijk.
- Er wordt gewerkt binnen 3 programmalijnen: de werkgeversaanpak, Werkcentrum NOB en de jongerenaanpak. Deze programmalijnen hebben eigen projectleiders om uitvoering te geven aan de jaarplannen.
- Het programmateam werft financiële middelen en zet deze in voor de gezamenlijke doelen.
- Elke organisatie heeft een eigen taak en belang, maar er zijn doelen die we alleen gezamenlijk kunnen bereiken. De uitdagingen van zowel de arbeidsmarkt als de onderwijsregio vragen om gezamenlijke kracht. Samen dragen we bij aan een veerkrachtige arbeidsmarkt en duurzaam loopbaanperspectief, zodat iedereen mee kan doen en zich blijft ontwikkelen.
- Het programmateam maakt afspraken over de samenwerking, bijvoorbeeld in de vorm van een convenant. Hierin wordt vastgelegd wie de verantwoordelijkheid heeft voor welke taken, hoe de samenwerking is georganiseerd (zoals programma’s, overlegstructuur en kartrekkers) en welke uitgangspunten gelden. Dit betekent onder andere dat elke partner eigenaarschap toont, inzet levert op de gezamenlijke doelen, en vertrouwen heeft om elkaar aan te spreken.
- Het programmateam zorgt dat betrokkenen elkaar leren kennen door regelmatig in contact met elkaar te zijn: inspiratiesessies organiseren, successen delen en de meerwaarde van de samenwerking zichtbaar te zijn. Zowel bestuurlijk, tactisch als operationeel.
Voor elke jongere een passende plek
De regionale jongerenaanpak van school naar duurzaam werk is één van de programmalijnen binnen de arbeidsmarktsamenwerking.
Pruijmboom vertelt dat het programmateam jongerenaanpak onderdeel uitmaakt van het arbeidsmarktprogramma Noordoost Brabant Werkt (NOBW). “Dit team bestaat uit 3 projectleiders, een programmamanager vanuit de centrumgemeente, de programmamanager vsv vanuit de contactschool, een beleidsadviseur vanuit Regionaal Bureau Leerplicht Brabant Noord Oost (een van de regionale doorstroompunten), de netwerkcoördinatoren pro en vso en een communicatieadviseur.”
Het programmateam zorgt voor de ontwikkeling en uitvoering van het regionale programma, van de jaarplannen en organiseert de operationele-, tactische- en stuurgroep-overleggen.
Met de komst van de wet ‘Van school naar duurzaam werk’ zorgt dit team voor het opstellen van het regionaal programma voor 2026 tot en met 2029. Denk daarbij aan het opstellen van een regionale visie op de loopbaanbegeleiding van jongeren, een uitvoeringsnotitie met daarin de invulling wie wanneer aan zet is en een voorstel voor de verdeling van de financiële middelen.
“De medewerkers van onze netwerkpartners begeleiden de jongeren. Wij zorgen ervoor dat zij elkaar makkelijk weten te vinden, het aanbod bekend en vindbaar is en – waar aanbod ontbreekt – iets extra’s kan worden georganiseerd. Om op die manier jongeren naar de meest passende plek te begeleiden,” legt Pruijmboom uit.
Maatregelen vanuit arbeidsmarktregio
Om een passende plek te vinden voor jongeren, worden er vanuit de arbeidsmarktregio verschillende maatregelen genomen. Zo biedt de arbeidsmarktregio loopbaanadvies aan voor jongeren, jobcoaching, werk- en leertrajecten en praktijkleren.
“Scholen werken al veel samen met gemeenten. Bijvoorbeeld in de uitstroomgesprekken voor jongeren van vso, pro en entree. Er is al veel ondersteuning. Toch is het lastig om de juiste weg te vinden,” legt Pruijmboom uit. “Organisaties hebben hun eigen beleid, er zijn verschillende afdelingen betrokken, een probleem bestaat vaak uit meerdere stukjes. De belangrijkste vraag die we hoorden in onze gesprekken met scholen en gemeenten, is ‘Wie kan ik bellen?!’.”
Rouwenhorst vertelt hoe zij er daarom binnen de arbeidsmarktsamenwerking alles doen om de lijntjes kort te houden. “We hebben een overzicht samengesteld van het lokale en regionale aanbod, inclusief contactpersonen en relevante informatie. Voor jongeren uit het vso en pro is een routekaart ontwikkeld om de uitstroom naar (duurzaam) werk te vergemakkelijken. Daarnaast is een appgroep opgezet waarin uitvoerders snel vragen kunnen stellen en antwoorden krijgen, zodat jongeren snel op de juiste plek terechtkomen.”
Voorbereidingen op nieuwe wetsvoorstel
Pruijmboom vertelt dat er ter voorbereiding op het wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam werk’ diverse overleggen worden georganiseerd vanuit het team Jongerenaanpak. “We praten bijvoorbeeld met scholen over doorlopende loopbaanbegeleiding, benodigde partners en het overdrachtsdocument. Daarnaast wordt met verschillende gemeentelijke beleidsterreinen (onderwijs, werk en inkomen, jeugdhulp, WMO, en het Doorstroompunt) besproken hoe we integraal invulling geven aan de wetswijziging. Samenwerkingsafspraken helpen om jongeren goed te begeleiden, met expertise en nabijheid.”
Hierin sluiten zij zoveel mogelijk aan bij bestaande overlegstructuren, zoals het regionaal overleg over jeugdhulpinkoop en het strategisch adviesoverleg van NOBW, waar beleidsadviseurs van Werk en Inkomen, ontwikkelbedrijven en UWV samenkomen. Daarnaast organiseren zij regio-brede overleggen tussen mbo-instellingen.